Palmvrienden forums

Enkele jaren terug had ik een Dicksonia antarctica die tijdens het overwinteren in de serre is afgestorven door de vrieskou. Althans dat dacht ik, de lente erna zijn er verschillende scheuten uit de pot gekomen. Nu enkele jaren verder blijven er nieuwe scheuten verschijnen. Ook in minstens een andere pot die er vlakbij staat.

Bij sommige scheuten lijkt het wel alsof er een klein stammetje gevormd wordt en de bladeren lijken ook best wel op foto's van Dicksonia bladeren. Maar, als ik in het algemeen foto's van varen bladeren google, dan zie ik dat er tussen verschillende soorten best wat gelijkenissen bestaan. Ik vraag me dus af ik hier echt wel te maken heb met scheuten van de Dicksonia of een andere varen uit de omgeving.

Hoe kan ik de soort varen determineren? Is er een makkelijke manier om te bepalen of de scheuten inderdaad Dicksonia scheuten zijn?

Hallo, D.antarctica vermeerderd zich niet door scheuten of grondlopers maar enkel uit sporen dan krijg je eerst een mini plantje wat langzaam uitgroei tot een jonge D.antarctica.
Het is vrij eenvoudig te testen als het om de soort gaat voelt het blad veel stijver/stugger aan dan bij de meeste inheemse soorten, je zou ook een foto kunnen plaatsen

Eduard.

Bedankt voor de reactie!

Ik noem het scheuten, maar ik weet eigenlijk niet zeker wat ze zijn. Een van de mogelijke Dicksonia's groeit ook in een naburige pot, die geen aarde uit de oorspronkelijke Dicksonia pot bevat. Dat moet wel een zaailing zijn neem ik aan.

De stijfheid durf ik mij niet over uit spreken, ik herinner me eerlijk gezegd niet meer hoe de oorspronkelijke plant aanvoelde.

Hier zijn enkele foto's: https://imgur.com/a/oXUPwIT

Helaas geen D.antarctica's maar een dryopteris soort [inheems]

Dit is een jonge D antarctica,


Eduard.

Vochtig gehouden stammen van afgestorven boomvarens vormen een prima substraat voor de vestiging van rondzwevende varensporen.

Bedankt voor de input!

Waar zie je het aan dat dit Dryopteris is, en niet een ander soort varen? En dezelfde vraag voor de jonge Dicksonia die je daar toont. Als niet-expert is het voor mij moeilijk om te weten op welke verschillen ik moet letten, dus daar leer ik graag over bij.

Varens determineren is niet zo makkelijk en dit geldt zeker voor jonge sporofyten. De sporofyt is de sporendragende volwassen varen zoals wij die kennen. Determineren gaat het beste aan de hand van de vorm en rangschikking van de sporenkapsels. In de sporenkapsels bevinden zich de sporendragers of sporangia. De Dicksonia antarctica die Eduard toont is nog te jong voor sporenvorming. Een vegetatief kenmerk van Dicksonia antarctica is dat het blad ruw aanvoelt aan de boven- of onderzijde, dat ben ik even kwijt. Boven- of onderzijde ruw aanvoelend onderscheidt de veren van D. antarctica van D. fibrosa. De ruwheid ontstaat door licht omkrullende bladsegmenten (convex of concaaf afhankelijk van de soort).

De varen is trouwens Dryopteris filix-mas. Mannetjesvaren.

Ok, de sporenkapsels zijn dus de belangrijkste factor bij de determinatie. Hier staat een foto van Dicksonia a. sporenkapsels: https://www.anbg.gov.au/gnp/interns-200 ... ctica.html

Die hebben een andere positie dan de sporenkapsels die te zien zijn op de foto's die ik eerder heb gepost. Het gaat dus niet om Dicksonia a. Bedankt!

Dryopteris filix, vanwege de sporenkapsels?