Citrus

MyPalmshop

Uit Palmvrienden wiki

Ga naar: navigatie, zoeken
Citrusvruchten

De citrussen behoren tot de familie van de Rutaceae (wijnruitfamilie). De citrus is commercieel gezien de belangrijkste, maar toch zijn er vijf nauw verwante geslachten: Poncirus, Fortunella (kumquat), Clymenia en minder gekende geslachten uit Oceanië: Eremocitrus en Microcitrus. Elk geslacht wordt onderverdeeld in verschillende soorten (bv. Citrus sinensis, appelsien) deze wordt dan nog eens onderverdeeld in variëteiten (bv. Citrus sinensis 'Valencia'). Het aantal soorten en variëteiten binnen het geslacht Citrus is zeer complex en wordt door verschillende botanici anders ingedeeld. Volgens de amerikaan Swingle zijn er 16 Citrus soorten. Volgend de Japanner Tanaka zijn er 162 soorten maar volgens de recente analyses zouden er maar 5 originele sooren en dit zijn: Citrus medica, Citrus maxima, Citrus reticulata en dan zijn er nog 2 andere soorten die uitgestorven zijn. Citrussen worden al duizenden jaren gecultiveerd en zijn dus makkelijk te kruisen. Er zijn van elke soort heel wat variëteiten op de markt. (meer dan 1000 appelsien en meer dan 500 mandarijn variëteiten).

Inhoud

Geschiedenis

Onder de Citrusvruchten (ook Hesperiden genoemd), worden nu sinaasappels, citroenen, pompelmoezen, pomeransen, grapefruits, mandarijnen en limoenen verstaan. De vruchten bevatten hesperidine, dat gebruikt wordt in de geneeskunde, een glucoside dat voorkomt in de schil van onrijpe citrusvuchten. Zo'n 4000 jaar geleden werden al citrusrassen ontwikkeld in India, Indonesië en Zuid-China. Het eigenlijke vaderland van citrussen ligt waarschijnlijk in het verre oosten, in China en Japan, hoewel de bittersmakende sinaasappelsoort waarschijnlijk uit India komt en samen met de Sukade ook bij de Romeinen en Grieken al gebruikt werdt. Ook de citroen zou thuis kunnen horen in het noorden van India, waar hij al naar schijnt in het begin van de 8e eeuw v. Chr. bekend geweest te zijn. Volgens de overlevering kwamen de eerste citrusvruchten al met de karavanen van Alexander de Grote (356-323 v.Chr.) naar het oostelijke deel van het middellandse zeegebied. De Arabieren kweekten de bittere sinaasappel als sierplant en met de uitbreiding van de islam bereikte hij ook Spanje, waar hij bekend werd onder de naam Sevilla-sinaasappel. In Italië zijn de eerste citrusplanten vanaf de eerste eeuw na Chr. in cultuur gebracht. De recente geschiedenis van de sinaasaappel in europa begint aan het einde van de 18de eeuw, toen een geestelijke in Carcagente bij Valencia de eerste commerciële sinaasappelgaard aanlegde. De resultaten waren zo goed dat er al snel meer sinaasappelgaarden aangelegd zijn. Binnen enkele jaren werd 3000 ha braakliggende grond geïrrigeerd en met sinaasappelbomen beplant. Aan het begin van de 19de eeuw was de oppervlakte al vertienvoudigd en tegenwoordig strekken de citrusplantages zich langs de Middellandse-zeekust uit van Catalonië tot Andalusië. Ook voor de Moren was de boom met zijn zeer lekker ruikende bloesem een balangrijke rol. Een sinaasappelboom was een van de drie essentiële elementen voor de vormgeving in de tuin (naast kleurige mozaïken en klaterende fonteinen). Zelfs door de Arabische kennis maakte de citroen- en sinaasappelbomen toch furore op het eiland Sicilië in de Middellandse Zee. Met de aanplant van de van het eiland Samoa stammende mandarijnen werd pas in de 19e eeuw begonnen. De pompelmoes werd in dezelfde tijd in Oost-India voor het eerst geteeld en is nog steeds, samen met de clementine, een van de relatief jonge vruchten in de tuinen van Sicilië. Rond 1500 namen Portugese en Spaanse handelaren citruszaden mee naar Noord-Amerika. De Belangrijkste landen van de hedendaagse citrus productie zijn Argentinië, Brazilië, de medditerrane landen, Verenigde staten (Arizona, California en texas) en China.

Bloei en vruchtvorming

Citrussen bloeien met trosjes in het vroege voorjaar. Er zijn natuurlijk ook uitzonderingen zoals de kumquat, deze kan heel het jaar door bloeien en soms wel een paar jaar achtereen niet. De roomwitte bloemen hebben een heerlijke zoete geur. De vruchten rijpen van in de herfst tot het volgende voorjaar. Meestal zijn de vruchten van de citrus eetbaar, maar in ons klimaat zijn ze meestal wel ontzettend zuur.

Potgrond

Jonge planten worden jaarlijks in het voorjaar verpot, oudere planten om de drie jaar en heel oude planten maar om de vijf tot tien jaar. je kan daar best potgrond voor terrasplanten voor gebruiken maar gewone potgrond gaat natuurlijk ook. Het voordeel van potgrond voor terasplanten is dat deze een luchtige structuur heeft en zorgt voor een ideale lucht / water huishouding in de plantpot. Witveen en kokosvezels zorgen ervoor dat de wortels van de citrusplanten en andere terrasplanten een gezond substraat hebben om zich te ontwikkelen. De toevoeging van lava zorgt voor een beter waterverdeling, zelfs bij het dikwijls begieten in de zomer. De meeste potgronden zijn organisch bemest voor 100 dagen.

Bemesting

U kan uw citrusplanten op twee manieren bemesten, door het begieten van het plantsubstraat met een verdunde vloeibare meststof of het mengen van een vaste meststof in het plantsubstraat.

Zelfs in de beste potgronden geraken de voedingsstoffen uitgeput. Om een goede groei en schitterende bloei van uw planten te waarborgen, moet tijdig bemest worden. Voor citrussen pak je best citrusmeststof. Deze bevat veel sporenelementen en biedt zo de perfecte bron van voedingsstoffen het jaar rond voor al uw citrusplanten. Voeg daarom om de twee weken vloeibare meststof voor citrussen toe aan het gietwater om een prachtig resultaat te bekomen.

Ongeveer twee tot drie keer per jaar kan je ook organische meststof voor terrasplanten per liter potgrond mengen of rond de plant strooien. Het zal zo de nodige voedingsstoffen aan uw planten geven voor het hele seizoen. Een hoog gehalte aan kalium zorgt voor sterke planten met een uibundige bloei en intense bloemkleuren.

Eind augustus moet u stoppen met bijmesten omdat de citrus anders te sterk groeiend de winter in gaat en dit is in ons klimaat niet wenselijk.

Water geven

Het beste is dat je regenwater gebruikt om je planten te begieten. Je kan ook leidingwater met een niet te hoge PH nemen. Rond maart, wanneer de citrus nog steeds binnen staat maar de temperatuur al wat hoger wordt moet u voorzichtig al wat meer water gaan geven. Als de citrus naar buiten gaat neemt de behoefte aan water, vooral bij zonnig weer, sterk toe. De potkluit moet vanaf dan redelijk vochtig gehouden worden. In de zomerperiode vraagt een citrus bijna dagelijks water. Omdat citrussen gevoelig zijn voor wortelrot en de kans dat de bladeren geel worden vrij hoog is, moet er voor gezorgd worden dat het overtollige water uit de pot weg kan. Op zeer warme zomerdagen, bij zo'n 30 graden celsius of meer, en als het dan 's avonds niet te koud wordt, vinden citrusplanten het fijn om af en toe tegen de avond besproeid te worden. In het najaar is de waterbehoefte zeker vanaf oktober sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Bij warm zonnig weer nog wel een paar keer per week water geven maar bij koud regenachtig weer al erg voorzichtig worden met water geven. Maak het afwateringsgat aan de onderzijde van de pot vrij van wortels door er met een pen of stokje ongeveer 15 cm diep in te prikken. In de winter erg matig water geven maar de plant beslist niet laten verdrogen.

Er zijn natuurlijk ook doelgerichte en gedoseerde bewateringssystemen zoals: besproeingssystemen, regelbare einddruppelaars, ...

Overwinteren

Voor de eerste nachtvorst haalt u uw citrussen best binnen. Zet de citrus dan op een lichte, koele plaats. Een temperatuur tussen de 5 en 12 graden is het beste.

Na de ijsheiligen (half mei) kan de plant terug naar buiten gebracht worden.

Standplaats

Vanaf mei mogen de planten buiten, eerst een weekje uit de hete middagzon, want direct zonlicht kan in de eerste week buiten het blad ernstig verbranden. Hierna op een zonnige plek plaatsen, een vochtige broeikas is minder geschikt!

Potkeuze

De planten worden in kuip gekweekt, om dan 's winters binnen gezet te kunnen worden. Vaak blijven gekweekte planten die men in een pot zet veel te klein, dit komt omdat citrusplanten in de natuur een groot wortelstelsel hebben. Zorg daardoor liefst voor een goede maat van kuip! Kuipen en Bakken kan je in allerlei materialen en vormen krijgen. Het is zeker belangrijk dat het water weg kan uit de pot, dus bij het inpotten kunnen best potscherven gebruikt worden om de opening niet te laten dichtgroeien. Terracota potten hebben meer sierwaarde en hebben een betere luchthuisouding maar moeten meer gegoten worden dan geglazuurde potten en plastieken potten. Plastieken potten zijn makkelijker te hanteren, onbreekbaar, goedkoper en houden het water beter bij.

Snoeien

Snoeien is noodzakelijk om de vorm van de boom te bepalen (struikvorm, bolvorm of opgebonden). Je moet zeker oppassen met opgebonden struiken in de handel. Het zijn dikwijls imitaties van het jarenlange werk van een goed opgebonden plant. Het eerste jaar moeten jonge scheuten ingesnoeid worden vanaf de lente, zo wordt de plant sterker en krijgt me een evenwichtige vegetatie. Dan moet men 2 à 3 takken uitzoeken die de basis van de plant vormen. De volgende lente worden deze hooftakken teruggesnoeid tot 20 à 30 cm om ze te laten vertakken opnieuw tot een 3-tal nieuwe takken die opnieuw worden terruggesnoeid tot 20 à 30 cm enz... Als de gewenste grootte is bereikt, is een jaarlijkse snoei aan het einde van de winter bij de meeste citrussen voldoende. Citroenen mogen sterker terruggesnoeid worden dan andere citrussen. U moet er echter wel rekening mee houden dat een tak die is teruggesnoeid de zomer erna wat minder bloeit. enkele snoeiregels: -Snij altijd vlak boven een oog (staat in de oksel van elk blad) -Gebruik een scherp snoeimes of snoeischaar. -Pas op voor de doornen van de plant als die er zijn. -Om terug vorm in een plant te brengen moet men op de kronen snoeien.

Kweken

Meestal is het vermeerderen van planten enkel weggelegd voor professionals. Er zijn verschillende manieren om tot het vermeerderen van planten te komen. Dit is zaaien, stekken, oculeren, enten, ...

Zaaien

Het zaaien van citrusvruchten is een leuke bezigheid, en geeft ook mooie struikjes. Alleen duurt het veel langer voor de plant vruchten draagt. De zaaiperiode is in de lente. Zaadjes kunnen in een zakje in de ijskast bewaard worden tot het lente is. Zaai de zaadjes in een pot (met gaatjes onderaan de pot), bedek de zaadjes met grond en verwarm tot 22°/24°C. Het is belangrijk dat men blijft bevochtigen tot de plantjes boven komen. Dan het water geven verminderen. De jonge plantjes op een warme plek zetten maar niet in de volle zon!

Stekken

Alle citrusplanten kunnen vermeerderd worden door te stekken. Het is eigenlijk het klonen van een plant, de stekken zijn hetzelfde als de moederplant, klaar om te bloeien en vruchten te vormen vanaf het volgende jaar.

de beste periode is april tot augustus. -Neem een stuk stengel (half verhout) van ongeveer 10 cm. -De onderste bladeren verwijderen. De bovenste bladeren behouden en als deze te groot zijn eventueel inkorten. -Planten in een pot gevuld met truf en zand. -In een vochtige omgevind plaatsen rond de 22 °C en dan 5 weken wachten.

Oculeren

Oculeren is de meest toegepaste techniek voor het vermeerderen van citrussen over de wereld. In de onderstam (vaak een citrus verkregen uit zaad) wordt in de bast een oppervlakkige T-vormige snede aangevracht en aan weerszijden van de langssnede wordt de bast losgemaakt. Van de plant die men wil vermeerderen wordt een oog met een stukje bast losgesneden en dat wordt dan in de opengewerkte T-vormige snede gebracht en wordt dan samengebonden met raffia. Als de occulatie geslaagd is wordt in het volgende voorjaar de onderstam boven de oculatie weggsnoeid.

Enten

Bij enten wordt de onderstam tot een 10cm boven de grond afgeknipt. Met een entmes wordt vanaf de bovenkant van de afgesnoeide stam een driehoekige vorm uitgesneden waarin de griffel (een stukje scheut van een jaar met tenminste 3 ogen die zo wordt gesneden zodat hij goed in de snede van de onderstam past) wordt ingebracht en wordt vastgebonden en met entwas afgedekt. Enkele gebruikt onderstammen zijn Citrus aurantium, Poncirus trifoliata, Citrange, Citrus limonia osbeck 'Volkameriana', Citrus macrophylla wester 'Alemow', Citrumelo, eigen zaailingen van citrussen. Wetenschappers, kwekers en liefhebbers enten zo ongeveer elke soort op elke andere om bijvoorbeeld de afmetingen of de vorstgevoeligheid van de boom of de smaak van de vucht te beïnvloeden. De koudegevoeligheid van de plant is erg afhankelijk van de gebruikte onderstam, daarom ziijn planten uit het Middelandse Zee gebied niet altijd geschikt voor ond klimaat. Een goede onderstam is oa de Poncirus maar vooral zijn hybriden zoals de Citrange (Citrus sinensis X Poncirus trifoliata) is een veelgebruikte onderstam. De hier geënte, eetbare Citrus-species zijn echter niet winterhard.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Palmvrienden
Navigatie
Hulpmiddelen