Het aanbod van kamerpalmen is wat sleets geworden. Kwekers en leveranciers aan tuincentra houden het op veilig waardoor het huidige assortiment beperkt is tot een klein aantal populaire soorten. Ik ben niet specifiek geïnteresseerd in kamerplanten maar vind het leuk om nieuwe soorten op hun kwaliteit als kamerplant te testen. Er staan hier sinds oktober een aantal minder bekende palmsoorten in de woonkamer. Dit is mijn eerste indruk van de mogelijkheden.
Howea belmoreana nauw verwant aan de bekende kentiapalm was jarenlang een felbegeerde soort die moeilijk verkrijgbaar was. In tuincentra zul je deze elegante palm niet aantreffen maar er is wel aanbod op internet. De verzorging van Howea belmoreana is vergelijkbaar met die van Howea forsteriana. Ook een nieuwkomer in de kamer is Dypsis madagascariensis een snelgroeiende vederpalm die zich hier tot nu toe goed thuis lijkt te voelen. Chamaedorea plumosa is een andere aanrader evenals Dyspis cabadae. Wodyetia bifurcata betreft mijn derde en laatste poging met deze soort. De ervaring met deze exclusieve palm stelde telkens teleur. Het groeitempo is te traag om de aftakeling bij te kunnen houden. Andere geschikte kamerpalmen zoals Hyophorbe verschaffeltii, Chamaedorea metallica en Ravenea glauca overwinteren hier koel bij ± 10°C. Het is zoals altijd woekeren met de beschikbare ruimte. De nieuwste aanwinst is Chamaedorea ernesti-augusti die in quarantaine wordt gehouden in een uithoek van de kamer. De palmen die nu binnenshuis overwinteren hebben de afgelopen zomer buiten gestaan. Dat vergroot hun weerstand ook tegen ongediertes. Of zoals de Britten zeggen "give your houseplants in the summer a good spell in the outside".