Het afsterven van een langgekoesterde Kentia palm biedt de gelegenheid om een indruk te verkrijgen van de lokatie van de groeipunt. De dode stronk staat er sinds vorig jaar en bij het verplaatsen liet de pruik los. Daaronder werd de kegelvormige top van de stam zichtbaar. Deze bevindt zich op circa 40 cm onder de uitkomende speer. Opvallend is dat de stam van 80 cm nog steeds levend celweefsel (chlorofyl) heeft.
Toen deze Howea nog leefde, waren de bladvoeten er na enige tijd makkelijk af te trekken en verscheen aanvankelijk een gele gladde ring. Onder invloed van het licht werd deze binnen enkele dagen groen. De duurzaamheid van dit palmhout wordt bevestigd door de keiharde stam met een gewicht van 10 kg.
De aftakeling en tenslotte sterfte van de Howea (forsteriana) werd vermoedelijk veroorzaakt door een te koude en vochtige overwinteringsplek. Bij het opruimen van de kluit bleek het wortelstelsel in slechte staat te verkeren. Dit verklaart wellicht de geleidelijke groeivertraging en uiteindelijke sterfte.
Tot slot nog een terugblik op de palm in september 2006 kort na de de verhuizing. Wegens vertraging bij de bouw van de kas, stonden de kuipplanten toen tot half december buiten. Gelukkig was dit de aanloop tot een zeer zachte winter.