Ik heb het afgelopen jaar een aantal minder bekende palmen getest op hun geschiktheid als kamerpalm.Het lijstje is als volgt: Lytocarium weddellianum, Chambeyronia macrocarpa (?), Rhopalostylis baueri var. 'Cheesemannii', Latania verschaffeltii en Ravenea glauca. Caryota zebrina en Rhopaloblaste ceramica werden voortijdig uit het experiment verwijderd vanwege hun ongeschiktheid voor een doorsnee woonkamer.
Vanwege een spintinfectie stonden deze palmen de afgelopen zomer buiten en keerden onlangs terug in huis na een overgangsperiode van enkele weken in de kas. Het gunstige effect van een vrijwel constante kamertemperatuur van 20°C is al na 2 weken zichtbaar. De uitgroei en ontplooiing van nieuwe bladeren versnelde zienderogen. De Lytocarium heb ik verplaatst naar een koelere ruimte omdat de tere veders gevoelig zijn voor de drogere lucht in de woonkamer. De andere soorten hebben daar minder last van. De Latania en de Ravenea behoren tot mijn favorieten. De Chambeyronia boert hier ook niet slecht maar ontbeert het specifieke kenmerk van het rooduitlopende juveniele blad. Binnenhuis is er een verhoogd risico op aantastingen door ongedierte, spint en dopluis met name. De palmen schuilen onder een grote Latania lontaroides. Deze huisvest zeer waarschijnlijk een kleine spintpopulatie, waar deze palmsoort zelf weinig last van ondervindt. De relatieve luchtvochtigheid is nu nog 65 %, maar daalt als het kouder wordt. Met een hygrostaat houd ik de waarde op minimaal 50%.