Naarmate een palmsoort populairder wordt, willen liefhebbers ervan zich onderscheiden door interessante varianten te verzamelen. Als voorbeeld neem ik Chamaerops humilis, waarbij een grote diversiteit wordt gezien. Bekende varianten van deze soort zijn bijvoorbeeld 'Vulcano' en 'Cerifera' die respectievelijk zijn geëvolueerd op het vulkaaneiland Sicilië (syn. 'Etna') en in het Atlas gebergte in het Noorden van Marokko. Daarnaast worden soms karakteristieke verschijningsvormen binnen de populaties apart onderscheiden.
In Les Palmiers Ornementaux pout les climats tempérés van Daniel Jacquemin worden er een aantal opgesomd:
_Chamaerops humilis (arborescens) - vormt afwijkend van het type geen clusters aan de stambasis.
_Chamaerops humilis (elegans) - een bijzonder fragiele soort met fijne stekels.
_Chamaerops humilis (tomentosa) - bladeren bedekt met een wit tomentum (bemeeld), een vaak voorkomend verschijnsel.
_Chamaerops humilis (macrocarpa) - met grote spadix (bloeiwijze) en forse goudgele zaadvruchten.
_Chamaerops humilis (erecta-rigidifolia) - met grote stijve bladeren en zwaar bedoornde bladstelen.
_Chamaerops humilis (dactylocarpa) -vruchten langwerpig als van een vingerkoot, te vergelijken met de dadels van Phoenix dactylifera.
_Chamaerops humilis (duplicifolia) - bladsegmenten zeer diep ingesneden en soms verdubbeld, wat een bijna grasachtig uiterlijk oplevert.
_Chamaerops humilis (inerme) - kleine bladeren met gebogen stengel zonder bedoorning.
_Chamaerops humilis (Tenuifrons) - diepingesneden lange sierlijk afhangende bladsegmenten.
Onlangs presenteerde een van de leden van dit forum hier een Chamaerops variant met ongedeelde bladeren? Misschien dat iemand zich dat herinnert?
In mijn eigen verzameling bevinden zich een aantal varianten uit bovenstaand lijstje. Ze blijken niet allemaal stabiel te zijn. Zo verloor een palm met het typische uiterlijk van een 'duplicifolia' deze eigenschap, nadat de palm was overgezet in een ruimere kuip en van bemesting voorzien.