door draco op 09 nov 2014 01:56
Ik heb weleens zo'n rotte kluit opengepulkt. In aanvang liet ik ze namelijk gewoon in de regen staan. Sindsdien zet ik ze in het najaar op een drogere plek. Cordyline vormt een knolachtige ondergrondse stronk van waaruit wortels ontspruiten en een of meerdere opwaardse scheuten. Vorige jaar wilde ik een gesneuveld exemplaar weggooien en ontdekte bij inspectie van de wortelkluit dat op de ondergrondse stronk een aantal spruiten tot ontwikkeling kwam. Ik heb de beschadigde wortels verwijderd en de stronk in verse aarde opgepot. Het ziet ernaar uit dat de recidive van deze aparte variatie doorzet.
Een van mijn kleurvarianten een purpurea bereikte een vitale hoogte van 5 m ondanks dat deze jarenlang in een relatief kleine kuip stond.
Penwortels volgens de definite komen volgens mij niet voor bij monocotylen, tenzij je de basis in de vorm van de verdikte wortelstok zo wilt noemen. Bij houtachtige overblijvende gewassen ondergaan de wortels diktegroei vergelijkbaar met de stam. Monocotylen als palmen, Yucca en Cordyline verkrijgen hun stabiliteit door de adventiefwortels en de verdikte basis die zich geheel of gedeeltelijk ondergronds bevindt. Omdat door depositie van humus de adventiefwortels steeds iets hoger ontspruiten komt de basis vanzelf dieper in de grond te zitten. Cordyline vangt ook bladmateriaal op. Wanneer dit in het bladoksel vergaat schept dat een gunstig milieu voor de ontwikkeling van adventiefwortels. Ze ziet deze wel bij het verwijderen van de oudste bladeren.
Woestijnplanten zijn meer gebaat bij een uitgestrekt oppervlakkig gelegen wortelstelsel, zodat ze bij de schaarse regens in korte tijd zoveel mogelijk water kunnen opnemen. Er zijn overigens ook wel soorten die heel diep wortelen. Die zul je misschien aantreffen in gebieden waar het vrijwel nooit regent.
"Alleen mensen die kunnen twijfelen zijn in staat hun wereldbeeld bloot te stellen aan nieuwe feiten en inzichten"