Nee nee, zeker niet overbodig, zelfs zeer interessant.
De vraag is eigenlijk waar je bij de determinatie allemaal op kunt/moet letten.
Je kunt al beginnen met de vorm van het blad; er zijn er 4 (even een fotootje uit "
Palmen voor dummies"

Dan heb je nog de bladsegmenten; hoe diep ingesneden bv. De stand van de nerf.
Zo kan een Butia nog wel eens lijken op een Jubaea, maar staan bladsegmenten van een Butia in een "V" en die van een Jubaea in een "^".
De kleur van het blad en de glans kunnen ook helpen. Zo hebben Livistona's een hele typische glans. Soms zijn het net plastic bladeren.
Vervolgens kun je letten op de bladsteel. Staan er bijvoorbeeld stekels op? En zo ja in welke richting? Zo zou je een grote Chamaerops op afstand al kunnen verwarren met een Trachycarpus maar aangezien de Trachy geen bladstekels heeft is het onderscheid snel gemaakt. De stand van de bladstekels helpt je dan weer het verschil zien tussen bv een Chamaerops en een Livistona.
even een foto van Jonathan gebruikt:
Livistona

Chamaerops (gegoogled)

Bij de Washingtonia is ook de bladsteel belangrijk bij het bepalen van de soort.
Zo heeft de robusta veel bladstekels en een duidelijke bruin/witte streep vlak onder deze bladstekels. De filifera heeft voornamelijk groene bladstelen met minder/geen stekels. De filibusta heeft een mix van beiden.
De kleur van de bladvoeten kan soms ook bepalend zijn; denk bv aan een Butia eriospatha (groen) of een Phoenix theophrasti (geel).
Afin, het is een begin.
Vaak is het verschil zo al duidelijk, maar doordat de verzorging en de standplaats er voor kunnen zorgen dat een typisch uiterlijk wat weg ebt kunnen bovenstaande zaken wel een beetje helpen.
